11 mei 2011
DOWNLOAD BRIEF ALS WORD-FILE >
Betreft: toekomst Wereldwinkels
Beste collega Wereldwinkelbestuurders,
Wij, Wereldwinkels uit Zuid-Holland-West, hadden graag op de discussiebijeenkomst in maart in Culemborg onze ideeën over de toekomst van de Wereldwinkelorganisatie gepresenteerd. De dag bood hier echter nauwelijks ruimte voor. Daarom leggen we deze graag aan u in de vorm van deze brief voor, met het verzoek om deze ideeën mee te wegen in uw standpuntbepaling ten behoeve van uw komende districtvergadering, zodat ze in juni deel zullen kunnen uitmaken van de besprekingen in de Verenigingsraad, als het over de échte kern van onze Toekomst zal gaan.
Zorgen over het functioneren van de vereniging
Aanleiding voor deze brief is dat we ons zorgen maken. Ondanks de breed gedragen en principiële kritiek in de Verenigingsraad van november ZUID op de concept Meerjarenvisie van het bestuur, en ondanks de toezegging van het bestuur "dat er over een nieuwe versie in een bijeenkomst in februar/Ymaart breed zou worden gediscussieerd" (anders was de visie direct weggestemd), heeft deze discussie opnieuw niet plaatsgevonden.
De sfeer van de dag in maart was informeren, en nauwelijks luisteren naar de mening van Wereldwinkels. Zoals het verslag van de dag aangeeft: "zij (wereldwinkels) hadden geen of te weinig informatie over de uitdagingen om te begrijpen waarom het bestuur bepaalde oplossingen voorstelde in de meeijarenvisie". Dat het verslag de weinige opmerkingen die door Wereldwinkels in het plenaire deel gemaakt konden worden, dan ook nog negeert, onderstreept waar het ons inziens momenteel niet goed gaat.
Landelijke organisaties die eenzijdig bepalen wat lokale, zelfstandige stichtingen oof vereniginge van wereldwinkels moeten doen: als dat de toekomst is van de wereldwinkels beweging, dan passen wij.
Maar: we geloven dat het nog anders kan. Vandaar dit tien-puntenplan.
Waarom nu: moment voor heroverweging
Als Wereldwinkels staan we voor een belangrijke verandering: werden de landelijke organisaties tot nu toe deels betaald uit overheidssubsidies, dat is de laatste jaren behoorlijk aan het veranderen. Lokaal is dat vaak al eerder gewijzigd: veel winkels zijn gewend hun eigen broek op te houden, maar ook centraal verandert dit beeld nu drastisch. De afbouw van subsidies zorgt dat we als Wereldwinkels de volle geldschieters worden van de landelijke organisaties, behoudens speciale projecten en behoudens de leveranciersbijdragen voor certificering. Op 1 januari 2012 werkt FairSupport vijfjaar voor wereldwinkels; we hebben als Wereldwinkels bij de oprichting afgesproken op basis van de ervaringen te evalueren of we na deze periode op deze wijze door moeten gaan met de winkelbegeleidìng. Alle reden dus om nu principieel na te denken over de toekomst. Op basis van de ervaring in onze regio geloven we dat het verstandig is om tot aanpassing van de voorgestelde koers te komen. Dit hebben we geformuleerd in de volgende tien punten.
Tien-puntenplan toekomst Wereldwinkels
- De landelijke ondersteuningsorganisaties gaan weer werken in opdracht van de Wereldwinkels. De Wereldwinkels bepalen via de vereniging waarop de ondersteuning zich richt, en hoeveel geld er naar de verschillende onderdelen gaat: wie betaalt, bepaalt. Winkels worden veel meer betrokken bij de wijze van uitvoering van de landelijke ondersteuning. Meer dan nu wordt gebruik gemaakt van de kracht en creativiteit van individuele winkels.
- Een groter aandeel van het geld van wat Wereldwinkels nu voor landelijke organisaties afdragen (fee aan FairSupport en contributie aan landelijke vereniging) gaat straks naar taken die de landelijke vereniging nu uitoefent, en mindergeld naar taken die FairSupport nu uitoefent. Concreet: minder geld voor taken rond winkelbegeleiding en meer geld voor informatie over Fairtrade, lobby voor Fairtrade, kennisopbouw over Fairtrade en woordvoerderschap over Fairtrade, training van vrijwilligers en kennisuitwisseling tussen Wereldwinkels (o.a. regiowerk).
- Voor de algemene kosten van de landelijke organisatie blijven we uitgaan van solidariteit: grote winkels betalen meer dan kleine winkels.
- Winkels die dat willen, kunnen kostendekkend extra expertise inhuren. De landelijke organisaties bemiddelen daar indien gewenst bij, maar nemen niet het risico door deze expertise zelf in huis te houden.
- De landelijke organisaties nemen niet het risico van het inkopen of de exploitatie van winkels. De financiële risico's daarvan kunnen en willen we als gezamenlijke winkels ook niet dragen.
- De vereniging bundelt alle Wereldwinkels (getransformeerde en niet getransformeerde) die primair vrijwilligersorganisaties zijn. Die kracht blijven we benutten. Het netwerk van (oude en nieuwe) vrijwilligers is zeer waardevol om het verhaal over en enthousiasme voor Fairtrade door te kunnen geven. Een WAAR-winkel of een andere Fairtradewinkel met een commerciële exploitant wordt niet vanuit de vereniging gefaciliteerd. Uiteraard blijven we er als Wereldwinkels voor gaan dat Fairtrade ook in reguliere winkels verkocht gaat worden, en zo ondersteunen we deze winkels wel met onze algemene publiciteit.
- Consequentie van het bovenstaande kan zijn dat er een maximum aan de omzetgroei en professionaliteit als detaílhandelsbedrijf van een Wereldwinkel zit. Dat hoeft niet erg te zijn: als de Wereldwinkel het plaatselijke enthousiasme voor Fairtrade doet toenemen, kunnen andere winkels gestimuleerd worden ook meer Fairtrade in het assortiment op te nemen. Daar kan de lokale Wereldwinkel ook zijn pijlen op richten‚ Het succes van Wereldwinkels hangt niet af van de eigen omzet, maar van de groei van Faiitrade bestedingen in alle winkels.
- Vanuit de vereniging krijgt de certificering voor non-food fairtrade artikelen hoogste prioriteit. Want alleen dan kunnen commerciële winkels ook verleid worden non-food fairtrade voor klanten herkenbaar en vertrouwd in het assortiment op te nemen. Net zoals bij fairtrade food de grootste omzetgroei buiten Wereldwinkels plaatsvindt, moeten we dit ook bij non-food realiseren.
- Als Wereldwinkels zijn we er primair om producenten in ontwikkelingslanden eerlijke markttoegang te bieden. In onze winkels bieden we bij voorkeur een plek aan producenten die dit via de reguliere kanalen nog onvoldoende lukt, zonder overigens in te boeten op de kwaliteitseisen die we stellen. We investeren in deze producenten, zodat ze op termijn de ' stap naar de commerciële fairtrade markt kunnen maken.
- Als Wereldwinkels blijven we elkaar via de vereniging aanspreken op kwaliteit en op de eerlijke assortimentskeuze. Wereldwinkels zijn geen goede-doelenwinkels of winkels voor allerlei soorten "duurzame" producten, maar Wereldwinkels zijn winkels die Fairtradeproducten verkopen en Fairtrade op de agenda willen zetten.
Wij denken dat de Wereldwinkels op deze basis een stevige grond van bestaan hebben, met behoud van het eigen karakter èn het vrijwilligersconcept, als aanjagers van Fairtrade als norm in alle handel.
Samen kunnen we deze toekomstvisie bewerkstelligen. We hopen dan ook dat u, in uw district, de discussie over dit onderwerp aangaat, zodat uw afgevaardigden op de komende landelijke vergadering de weg naar deze toekomst in zullen slaan. Die discussie kunt u ook direct al met andere winkels, en ook de winkels uit ons district, aangaan op www.wereldwinkelforum.nl. De besturen van de onderstaande winkels van district Zuid Holland-West:
’s Gravenzande
Delft
Hoek van Holland
Leiden
Leidschendam / Voorburg
Maassluis
Monster
Nootdorp
Noordwijk
Noordwijkerhout
Oegstgeest
Pijnacker
Scheveningen
Schipluiden
Voorschoten
Wassenaar
Wateringen / Rijswijk
Zoetermeer
Zoeterwoude